Bladgroen: het pigment dat planten hun groene kleur geeft en er voor zorgt dat ze zonlicht kunnen opnemen...meer
Chloroplast: een deel van een cel dat voorkomt in planten en lichtenergie kan veranderen in energie die planten kunnen gebruiken (suiker). Sommige andere levende organismen zoals algen hebben ook cellen met chloroplast.
Fotosynthese: een verzameling chemische reacties die lichtenergie omzet in chemische energie. Fotosynthese maakt ook energierijke koolhydraten, bijvoorbeeld zetmeel. Fotosynthese vindt plaats in de chloroplast van een plantencel.
Koolstofdioxide: een chemische verbinding (een gas) bestaand uit twee zuurstofatomen en een koolstofatoom. De wetenschappelijke notatie van koolstofdioxide is CO2...meer
Pigment: een natuurlijk stofje dat sommige kleuren reflecteert en andere absorbeert. Daarmee geeft het kleur aan een plant, dier of object.
Kunnen planten eten? Ja, maar niet zoals wij dat doen. In plaats van even naar de keuken, winkel of restaurant te lopen, krijgen planten hun voedsel door het proces van fotosynthese.
Kijk eens kort in een woordenboek en je zult zien dat fotosynthese is opgebouwd uit twee woorden – “foto” dat “licht” betekent, and “synthese” dat “iets maken” betekent. Als je die basis van het woord kent kun je al wel een beetje raden hoe planten aan hun voedsel komen. Ze maken het met behulp van licht.
Net als dieren hebben planten energie nodig om te bestaan. Mensen en andere dieren eten voedsel om energie te krijgen. Jij eet tijdens een dag misschien wel muesli als ontbijt, boterhammen voor de lunch en een salade met vis als avondeten. Die etenswaren en ook veel van de dingen die we drinken geven ons energie.
Platen eten geen voedsel. Ze gebruiken de enerige van de zon, of ander licht, en gebruiken dat om hun eigen eten te maken. De ingrediënten voor dat proces zijn water, lucht en licht. Platen gebruiken niet alle onderdelen van de lucht, ze vangen alleen koolstofdioxide (CO2) om hun eten te maken. Ze maken zuurstof in het proces.
Platen gebruiken fotosynthese om suikers te maken. Net zoals het eten van suiker mensen energie geeft om te werken en te spelen, geeft het planten de energie om te groeien en ander belangrijk werk te doen.
Net zoals de naam, kan fotosynthese in twee delen worden opgesplitst. Het eerste deel zijn de lichtreacties. In die reacties veranderen planten de zone-energie in andere vormen van energie. Die energie gebruiken ze dan later in het tweede deel van de fotosynthese. In het tweede deel, de Calvincyclus, gebruiken de planten koolstofdioxide uit de lucht en energie van de lichtreacties om een suiker genaamd glucose te maken. (Het griekse woord “gleukos” betekent “zoete wijn”).
Binnen in de cellen van planten zitten kleine fabriekjes genaamd chloroplasten. Binnenin die chloroplasten gebeuren beide delen van de fotosynthese. Deze kleine fabriekjes maken ook een pigment dat planten hun groene kleur geeft. Dat pigment heet bladgroen. Behalve dat het bladeren en stengels hun groene kleur geeft helpt bladgroen de planten ook om de energie van zonlicht op de zuigen.
Zuurstof, het gas dat wij ademen, is een product van de lichtreacties van fotosynthese. Wij ademen koolstofdioxide uit, dat door planten gebruikt wordt voor fotosynthese. Planten hebben kleine gaatjes in hun bladeren, genaamd huidmondjes. De huidmondjes kunnen open gaan om lucht binnen te laten in een blad, zodat de plant koolstofdioxide voor de fotosynthese kan opnemen.
Een open huidmondje kan een heleboel water laten verdampen, dus de huidmondjes gaan dicht wanneer er teveel water ontsnapt. Plantencellen gebruiken zuurstof ook wanneer ze suikers afbreken om als energie te gebruiken, dat proces heet cellulaire respiratie (Latijn re = opnieuw, en spirare = ademen). Alle cellen respireren, maar alleen planten, algen en sommige bacteriën hebben ook fotosynthese.
Alle koolstof in onze lichamen is afkomstig van fotosynthese. Denk maar eens aan het voedsel dat je eet. Dat komt allemaal van planten of van dieren die planten eten. Onze koolstof komt van andere levende dingen, dus worden wij consumenten of heterotrofen genoemd (Grieks heteros = andere, en trophos = eter). Planten zijn producenten of autotrofen (Grieks auto = zelf, en trophos = eter), wat betekent dat zij koolstof krijgen van bronnen die niet levend zijn. Koolstofdioxide uit de lucht is de koolstofbron voor planten, dus je zou kunnen zeggen dat planten zijn gemaakt van “lucht”!
Afbeeldingen via Wikimedia Commons. Cyanobacteria afbeelding van BASF - The Chemical Company.
Heather Kropp, Angela Halasey. (2017, May 31). Zonlicht Snacken, (Ingeborg Swart, Trans.). ASU - Ask A Biologist. Retrieved November 13, 2024 from https://askabiologist.asu.edu/zonlicht-snacken
Heather Kropp, Angela Halasey. "Zonlicht Snacken", Translated by Ingeborg Swart. ASU - Ask A Biologist. 31 May, 2017. https://askabiologist.asu.edu/zonlicht-snacken
Heather Kropp, Angela Halasey. "Zonlicht Snacken", Trans. Ingeborg Swart. ASU - Ask A Biologist. 31 May 2017. ASU - Ask A Biologist, Web. 13 Nov 2024. https://askabiologist.asu.edu/zonlicht-snacken
By volunteering, or simply sending us feedback on the site. Scientists, teachers, writers, illustrators, and translators are all important to the program. If you are interested in helping with the website we have a Volunteers page to get the process started.