Aquatisch: levend in zoet of zout water.
Micrometer: een heel korte lengte-eenheid. Er zitten een miljoen micrometers in een meter.
Microscopisch: te klein om met het blote oog te zien.
Millimeter: een lengte-eenheid die een duizendste meter lang is, er passen tien millimeters in een centimeter.
Plankton: een verzamelnaam voor de groep los in het water zwevende organismen. De groep bevat veel soorten planten and dieren.
Soort: een groep organismen die zo op elkaar lijken dat ze zich samen kunnen voortplanten.
Voedselweb: hoe alle dieren die elkaar eten en gegeten worden met elkaar verbonden zijn.
Stel je zit bij een meertje of op het strand, wat voor levende dingen zie je dan? Afhankelijk van de omgeving kun je vissen, kikkers, krabben, insecten, zeewier of waterlelies vinden. Maar laat je niet voor de gek houden… Er is een hele verborgen wereld in het water, met wezentjes die te klein zijn om te zien! Wanneer je in een meer of in de zee zwemt kom je langs biljoenen microscopische wezentjes met elke slag. Die wezentjes heten plankton.
Een Duitse wetenschapper, Viktor Hensen, heeft de naam “plankton” bedacht. Hij heeft die naam afgeleidt uit het Grieks. Het Griekse woord planktos betekent drijvend of zwervend. Plankton is te klein om te zwemmen zoals vissen dat doen, ze drijven maar wat rond. Dat is waarom ze de naam plankton kregen.
Er bestaan twee hoofdsoorten plankton: fytoplankton, dat ook wel algen wordt genoemd, en zooplankton.
Fytoplankton zijn net planten. Ze gebruiken energie uit zonlicht om water en koolstofdioxide, een gas in de lucht, in suikers om te zetten. Ze gebruiken die suikers om te groeien. Omdat ze afhankelijk zijn van de zon, kan fytoplankton alleen maar in het bovenste deel van een meer of zee leven. In dieper, donkerder water is gewoon niet genoeg licht voor deze organismen om te groeien en te overleven.
Zooplankton, het andere type plankton, zijn kleine, en soms iets minder kleine, dieren. Ze moeten eten om te overleven. Sommige soorten zooplankton grazen algen net zoals koeien gras knabbelen. Sommige zijn jagers die ander zooplankton opeten. En dan zijn er nog zooplankton die afval eten – dat betekent dat ze dode organismen en uitwerpselen eten die door het water zweven!
Net als al het leven op aarde, bestaat plankton in allerlei vormen en maten. Het kleinste zijn de bacteriën, die zijn veel te klein voor ons om te zien zonder microscoop. De meeste daarvan zijn maar een paar micrometer breed.
Dan komen de eencellige fytoplankton en zooplankton. “Eencellig” betekent dat hun lichamen bestaan uit slechts één cel. Zoals een huisje met maar een kamer. (Maar, soms kunnen eencellige wezentjes ketens vormen samen met anderen van hun soort.) Hoewel ze wel tien tot honderd keer groter zijn dan bacteriën, heb je nog steeds een microscoop nodig om deze organismen te kunnen zien.
Soms is plankton wel groot genoeg om met het blote oog te zien. Probeer dit maar eens wanneer je weer bij een meer bent: schep een glas vol met water en houdt het tegen het licht. Tenzij het water erg vies is, zou je kleine stipjes moeten kunnen zien zwemmen. Die stipjes – de grootste niet groter dan een paar millimeter lang – zijn zooplankton. Dat zijn waarschijnlijk de kleinste dieren die je ooit hebt gezien!
Eenoogkreeftjes zijn een type zooplankton. Deze minuscule wezentjes zijn de meest voorkomende organismen op de aarde! Ze winnen het zelfs van de insecten wat betreft aantallen.
Er zijn ook reuzen in de planktonwereld, genaamd macroplankton en megaplankton. Krill en kwallen zijn voorbeelden van plankton dat groot genoeg is om zonder microscoop te zien. Hoewel deze dieren wel zwemmen, zijn hun bewegingen nog vooral gestuurd door zeestromingen.
Hoewel er reuzenplankton bestaat, is de meeste plankton microscopisch. Zonder die minuscule levende wezentjes zou onze wereld een heel andere plek zijn. Je kunt plankton in bijna elk beetje water vinden, en ongeveer 71% van de planeet is bedekt met water. Omdat plankton ook zo vreselijk klein is, is er dus een heleboel plankton op aarde. In een enkele druppel water kun je al duizenden losse plankton-organismen vinden.
Net als de planten die je om je heen ziet, geeft phytoplankton zuurstof af wanneer ze zonlicht gebruiken om koolstofdioxide in suiker om te zetten. De helft van alle zuurstof in onze dampkring is geproduceerd door fytoplankton. Haal maar eens diep adem en bedenk dat 50% van de zuurstof die je inademt gemaakt is door microscopisch kleine wezentjes.
Fytoplankton vormt ook de basis van aquatische voedselketens. Dat wil zeggen, al het leven in de oceaan is afhankelijk van algen voor hun eten. Omdat algen energie uit zonlicht kunnen gebruiken om lucht in suiker te veranderen, vormen ze een goede voorraad van voedsel voor zooplankton en andere wezens. De zooplankton wordt weer gegeten door grotere zooplankton, schaaldieren, vissen en baleinwalvissen. Kleine vissen worden gegeten door vogels en grotere vissen, en ga zo maar door in het doolhof van de voedselketen. Zeeleeuwen, pinguïns, haaien, orka’s, dolfijnen, uiteindelijk zijn ze allemaal afhankelijk van plankton om te overleven!
Dit gedeelte van Ask A Biologist is gefinancierd door NSF Grant Award nummer 0752592 and 1030345.
Amy Hansen. (2017, May 31). Een onzichtbare waterwereld, (Ingeborg Swart, Trans.). ASU - Ask A Biologist. Retrieved November 16, 2024 from https://askabiologist.asu.edu/een-onzichtbare-waterwereld
Amy Hansen. "Een onzichtbare waterwereld", Translated by Ingeborg Swart. ASU - Ask A Biologist. 31 May, 2017. https://askabiologist.asu.edu/een-onzichtbare-waterwereld
Amy Hansen. "Een onzichtbare waterwereld", Trans. Ingeborg Swart. ASU - Ask A Biologist. 31 May 2017. ASU - Ask A Biologist, Web. 16 Nov 2024. https://askabiologist.asu.edu/een-onzichtbare-waterwereld
By volunteering, or simply sending us feedback on the site. Scientists, teachers, writers, illustrators, and translators are all important to the program. If you are interested in helping with the website we have a Volunteers page to get the process started.